• Hoofdgerecht
  • Aantal personen: 4
  • mosselen , kabeljauw , bleekselderij
  • Met vis
  • Even geduld a.u.b. (40 min-1 uur)
  • Winterse kost

 

vis • voor 4 personen • 45 min bereidingstijd

Ingrediënten

25 g boter
1 el zonnebloemolie
6 stengels bleekselderij, in boogjes
en evt groen fijngesneden
3 tenen knoflook, gesnipperd
1 kg grote mosselen, schoongemaakt
150 ml droge witte wijn
1 dik stuk kabeljauwfilet van 700 g
1 handvol fijngesneden peterselie

BEREIDING
Verhit de boter met de olie in een stoofpan. Bak hierin de bleekselderij 5 min zachtjes met de knoflook, zonder te kleuren. Doe de mosselen en de wijn erbij en leg een deksel op de pan. Verwarm nog 2-3 min tot alle mosselschelpen openstaan, schep of schud ze tussentijds een keer om. Neem de pan van het vuur en schep de mosselen met een schuimspaan in een kom. Laat ze 5 min afkoelen en haal dan bij de helft van de schelpen het mosselvlees eruit. Gooi de lege schelpen weg. Leg intussen de visfilet in het mosselvocht, bestrooi met zout en maal er royaal peper over. Stoof de vis afgedekt op matig vuur in 15-20 min net gaar. Doe de mosselen in de schelp en het mosselvlees terug in de pan en warm nog 2 min door. Verdeel het gerecht over diepe borden en bestrooi met peterselie en evt bleekselderijblaadjes. Lekker met geroosterd stokbrood, ingewreven met knoflook en bedruppeld met olijfolie.

Fotografie: Imsyndo/Brett Stevens – Bewerking receptuur Ingrid van Koppenhagen