Ingrediënten:
5 ons ossenvleesch en 5 ons varkensvlees of worst
3 maatjes groene erwten
10 à 12 stuks prei
8 à 10 struikjes selderij
30 à 40 gram oudbakken brood
kleine eetlepel boter = 30 gram
zout en peper naar smaak
Bereidingswijze:
Dit is erwtensoep uit 1887 van Odilia Corver, directrice der tijdelijke
kookschool gehouden te Amsterdam, uit haar boek Aaltje, Nieuw Nederlandsch
kookboek.
Bewerking: van het vleesch kookt men een bouillon. Hoeveelheid: ongeveer 2
liter. De erwten zet men met koud water op een klein vuur, totdat ze kooken, dan
laat men tien tot 12 minuten koken en giet het water er af, daarna doet men er
ruim een liter kokend water op en laat ze daarmede langzaam gaar koken. Na 2,5
tot 3 uur zijn ze zacht genoeg en men kan ze met den purée wrijver door de
pureerzeef wrijven. De prei wordt fijngesneden en de selderij zeer fijn gehakt,
doch niet met elkander, ieder afzonderlijk. Het brood snijdt men aan
dobbelsteentjes.
Nu doet men de boter in den soepketel en laat daarin het brood en de prei
onder stadig roeren licht bruin fruiten. Hierbij voegt men de erwtenpurée en
daarna den bouillon met de selderij. Nu laat men alles nog een twintig minuten
tot een half uur zacht koken en de soep is gereed.
Vriend en culinair avonturier Dennis van Dijk, Chef/Eigenaar van Solo Eten en
Drinken in Amsterdam, heeft het voor ons gemaakt. Zijn oordeel: ‘Echt heel erg
lekker!” Maken dus. Eet smakelijk!!.. (bron:telegraaf)